Vincenz Priessnitz
In 1799 wordt in het dorpje Gräfenberg in Silezië, dat toen nog Oostenrijks was, Vincenz Priessnitz geboren.
Onderwijs is er nauwelijks voor de boerenzoon, maar Priessnitz is intelligent en is hevig geïnteresseerd in ziekten en hoe deze te genezen.
Al op jonge leeftijd staat hij in de wijde omgeving bekend als medisch deskundige.
Priessnitz is ook een goed observator.
Zo valt het hem op dat een aangeschoten hert dikwijls een bad neemt in een koude beek achter zijn woning.
De wond geneest.
Ook ziet hij hoe herders gewonde dieren verzorgen door het leggen van met water gekoelde kompressen.
Priessnitz constateert dat regelmatig baden in koud water heilzaam kan zijn.
Hij ontwikkelt daarop de hydrotherapie: een kuur van wisselbaden die worden afgewisseld met activiteiten in de natuur zoals wandelen, werken op het land en houthakken.
In het toenmalige Europa van de Verlichting, waarin het terugkeren naar de natuur hoog staat aangeschreven, slaat de hydrotherapie geweldig goed aan.
Veel welgestelden zoeken heil voor hun kwalen in badinrichtingen die overal in Midden-Europa als paddenstoelen uit de grond schieten. Alleen al de badinrichting van Priessnitz zelf lokt op het hoogtepunt 1700 gasten per jaar.
Pieter Jut van Breukelerwaard
Zo trekt ook Pieter Jut van Breukelerwaard (1786-1874), inwoner van Laag-Soeren en telg uit een zeer vermogende Amsterdamse koopmansfamilie, naar Duitsland.
Geplaagd door jicht, wil ook hij de watergeneeskunde beproeven.
Hij heeft er veel baat bij.
Jut van Breukelerwaard keert razend enthousiast terug en wordt in woord en geschrift een groot pleitbezorger van het fenomeen geneeskundige badinrichting.
Sterker: hij besluit zelf een badinrichting te beginnen ,,tot heil van de kranke menschheid’’.
Voor een goede locatie hoeft hij niet ver te gaan.
De omgeving van Laag Soeren is fraai en gezond.
Er is frisse lucht en er is zandgrond.
Door Laag Soeren stromen twee sprengenbeekjes, zuiver Veluwewater, die stroomafwaarts samenvloeien tot de Soerense Beek.
In 1849 koopt Jut van Breukelerwaard het landhuis met de bijbehorende 550 ha grond, met als doel er een badinrichting te bouwen.
Het benodigde water wordt d.m.v. een 1365 meter lange pijp hier naar toe gebracht.
In 1850 start de Zutphense architect B. Berkthout met de bouw van de 30.000 guldens kostende inrichting van Bethesda.
Op 1 mei 1870 wordt, na allerlei aanloopproblemen, de badinrichting geopend.
De toestroom dit 1e jaar is behoorlijk, 81 ,,lijders’’.
Dit komt mede doordat dat jaar de Frans-Duitse oorlog woedt en de Duitse badhuizen lastig te bereiken zijn.
Bethesda
Bethesda, zoals deze badinrichting dan heet, heeft 30 net gemeubileerde logeerkamers, 6 ruime badkamers ingericht voor het nemen van volbaden, halfbaden, zit-, stort- en stoombaden en niet te vergeten douches.
De eetzaal die zich boven het entree bevindt, tegenwoordig de achterkant van het gebouw, biedt ruimte aan een 100-tal patiënten.
Tevens is er een biljartkamer en een lees- en rookkamer.
Voor het badhuis wordt een Engels park met vijver en fontein aangelegd.
Verder is er een uitgestrekt terrein voor gymnastiekoefeningen en een kegelbaan waar men o.a. croquet kan spelen.
Er is ook een moestuin en er zijn enige volières.
Overal staan banken en hutten om uit te rusten.
Is men verplicht een ,,arbeidskuur’’ te doen dan is hier alle gelegenheid om te spitten en hout te hakken.
Jut van Breukelerwaard is een idealist. Hij wil niet alleen de gegoede burgerij helpen van hun kwalen af te komen, maar ook de min- en onvermogenden. Even verderop ligt Sprengenoord. Een huis met 10 kamers, een eetzaal, koetshuis en stalling.
In dit huis worden zij, die weinig te spenderen hebben, in de gelegenheid gesteld om ook deel te nemen aan de hydrotherapie. Het kost hen slechts 1 gulden per dag.
Het eten gebeurt in huize Sprengenoord, de therapie krijgen zij hier en als zij de afstand niet kunnen afleggen dan worden zij ook nog 2 x per dag gratis, per rijtuig naar Bethesda vervoerd. Het devies is:
,,Wat als winst wordt behaald, komt na aftrek van onkosten en nieuwe aanschaffingen, die in eene moderne inrichting voor de zich zoo enorm ontwikkelende physische therapie niet gering zijn, ten goede aan de afdeeling voor onvermogenden.’’
Ook worden er jaarlijks 2 of 3 onderwijzeressen 4 tot 6 weken verpleegd voor rekening van het Bethesda.
Aandoeningen
Welke aandoeningen worden hier behandeld?
Zet je schrap:
Zenuwziekten, moeraskoortsen, darmverzweringen na dysenterie, aambeien, jicht, huidziekten, verdichting van longweefsel, knobbelzucht der longen, vetlijvigheid, gewrichtsontstekingen, tuberculose enz. enz.
Maar niet iedereen is welkom!
Uit een krantenreportage uit die tijd staat deze zin:
,,Zoo is hier dan ook geen plaats voor krankzinnigen noch voor melancholici, die op de grens der krankzinnigheid staan, geen plaats voor hen die aan vallende ziekte lijden, evenmin als voor behandeling van besmettelijke zieken.’’
Tuberculose wordt als volgt behandeld:
De borstkas wordt met linnen met een temperatuur van 26 tot 28 graden, omwikkeld.
Wordt deze temperatuur niet snel genoeg bereikt dan krijgt de patiënt een vest van caoutchouc linnen of guttapercha papier aan.
Caoutchouc en guttapercha zijn een soort rubber.
Vaak moet de patiënt dan toch nog in een bad van 28 graden.
Gaat het wat beter met hem dan wordt deze behandeling gevolgd door ,,snelle, koudere afwasschingen en afwrijvingen, veel lichaamsbeweging in de open lucht, bij guur weder met een contrarespirator voor den mond, gymnastiek der borstspieren, krachtig maar licht verteerbaar voedsel.’’
Daarbij wordt ook nog ,,een symptomatische behandeling met geneesmiddelen of soms ook galvanische sympaticus prikkeling opdat de klanken in de longtoppen helderder werden, het ophoesten der fluimen verminderde, elastieke vezelen en omzettingsproducten van uitgestort bloed zich niet meer vertoonden, de ademhaling ruimer werd en het lichaamsgewicht toenam.’’
Er is ook nog een andere kuur, de zgn. Mitchel playfair kuur.
Een kuur die ongeveer 6 a 7 weken duurt.
Deze kuur houdt in dat ,,de patiënt gedurende enige weeken voortdurend moest liggen en zeer sterk gevoed moest worden met melk, eieren, bouillon en vleesch, terwijl electriciteit en watermassage worden toegepast.
De genezende kracht van het sprengenwater zijn meestal verrassend: Gezondheid, kracht en levenslust nemen toe.’’
Om je aandoeningen en de behandeling te kunnen doorstaan moest er flink worden gegeten
Eerste ontbijt vindt plaats tussen 8 en 10 uur en bestaat uit thee of koffie, melk met brood, eieren of vlees.
Tweede ontbijt is om 12 uur: koffie, brood of beschuit met vlees of vruchten
Middagmaal 16.30 uur: soep of vis, 2 soorten vlees en groenten en nu en dan een dessert.
Avondeten is tussen 19 tot 21 uur met thee of koffie, melk met brood, eieren, vlees, vruchten of zure karnemelk.
Dit alles gebeurt onder toezicht van een pleegzuster ,,wier verschijning in de eetzaal een aangenamen indruk maakt.’’
Ook zijn ,,de pleegzusters bijna alle opgewekte, goed gestemde dames, met wie gezonden en zieken gaarne kennis maken.’’
Bezoekers
Vanaf 1909 tot aan WO1 loopt het aantal bezoekers terug.
Gedurende de oorlog neemt het bezoek weer toe, Duitsland waar de meeste kuuroorden zijn, is helemaal afgesloten voor vakantiegangers.
Na de oorlog neemt het aantal gasten op Bethesda weer af.
Men gaat weer naar het buitenland.
Om het hoofd boven water te houden worden stukken heide, bosland en boerderijen van het landgoed verkocht.
In 1934 gaat de boel failliet.
In 1936 wordt het ,,Geneeskundige Badinrichting en Herstellingsoord’’ weer voortgezet.
Tot 1940 loopt het redelijk goed.
In 1942, WO2 is inmiddels in volle gang, besluiten de Duitsers de inrichting als revalidatiecentrum, Erhohlungsheim, voor hun eigen troepen te gebruiken.
Dit zullen vnl. Waffen SS’ers worden die van het Oostfront komen.
Aan de overkant van het complex wordt een openluchtzwembad aangelegd en achter het badhuis twee bunkers en een sporthal.
Tijdens de Slag om Arnhem in 1944 is hier een Duits veldlazaret. Na de bevrijding komen de Engelsen. Het huis vervalt nu als ,,vijandig vermogen’’ aan de Staat der Nederlanden.
Amsterda
In 1947 huurt de Amsterdamse Bank het pand.
De 3000 werknemers van deze bank kunnen hier voor 14 dagen verblijven.
De tarieven zijn zo gesteld dat iedereen hier van kan profiteren.
Werknemers met een salaris tot 2500 gulden per jaar betalen een pensionprijs van 1,75 gulden per dag.
Werknemers met een salaris tot 4000 gulden betalen 2,50 gulden per dag.
Er zijn voor de werknemers ,,drie salons en een aparte lees- en schrijfzaal met bibliotheek, een ontvangstzaal voorzien van radio en pick up waarin zelfs een dansje kan worden gemaakt.”
Er worden ook lezingen gehouden, over folklore, sterrenkunde en Veluwekennis.
Films worden vertoond.
,,Aan de hygiëne is de grootste zorg besteed, in een 16-tal kuip- en douchecellen kunnen de gasten zich verfrissen.’’
In het eerste weekeinde worden al 160 gasten verwacht.
In 1950 wordt dit gehele complex voor 425.000 gulden gekocht.
Het pand wordt Amsterda gedoopt.
In de jaren 70 als de mensen het zich kunnen veroorloven, gaat men liever naar het buitenland.
Ook de behoefte om met collega’s op vakantie te gaan, neemt snel af.
Het gebouw wordt nu ook gebruikt als opleidingscentrum voor de bankemployees.
De enorme gebouwen, de tuin en de bossen, het vraagt om intensief onderhoud en geldmiddelen.
Uiteindelijk verkoopt de Amrobank in 1978 dit complex.
Het buitenzwembad in de jaren 70.
Soeria
In 1980 vestigt zich hier de Academie voor Bewustzijnsontwikkeling ,,Soeria’’.
Hier wordt men o.a. opgeleid tot leraar Transcendente Meditatie.
De oprichter hiervan is de Maharishi Mahesh Yogi, bekend van The Beatles die in 1967 korte tijd bij hem in Inda verblijven.
Amsterda gaat nu Soeria heten.
De grote gebouwen, de ligging in de natuur, de stilte en de bronnen blijken geschikt te zijn voor de grote toeloop van cursisten en gasten uit binnen- en buitenland.
Ook de Maharishi verblijft hier.
In de jaren ’90 huren ook externe verwante organisaties de trainingsruimten.
Tot slot verkoopt de ,,TM’’ de gebouwen en de grond aan een projectontwikkelaar.
Landgoed Laag Soeren
Het complex wordt verbouwd tot 36 appartementen.
Ook komt er nieuwbouw, 14 appartementen met 2 ondergrondse parkeerlagen.
Er wonen, tot hun grote tevredenheid, zo’n 70 mensen die grotendeels uit de Randstad afkomstig zijn.